Dodo – Mohana van den Kroonenberg
Na een lekker lange slentervakantie aan zee vreest Dorian dat het leven nooit meer hetzelfde zal zijn. Tijdens het voorstelrondje op de eerste brugklasdag komt hij niet verder dan de i van ik. Als hij vervolgens zijn naam wil zeggen wordt het Do-do. Daarna trekt hij zich, oog in oog met een opgezette dodo in een museum, terug in zichzelf en herschrijft hij zijn leven zoals hij zou willen dat het was. In ‘Dodo’ vertelt Dorian zijn verhaal; over dromen en geheimen, over stotteren en struikelen. Over taart eten in je klerenkast en Liefde met een grote L. Dodo is een verhaal over vriendschap en de kracht van fantasie, over geloven in elkaar en in jezelf en dat iedereen is zoals hij is, ook jij.
Na zijn voorstelrondje op de middelbare heeft Dorian besloten nooit meer te praten. Het voelde als naakt voor de klas staan, toen er “Do-do” in plaats van Dorian uit zijn mond kwam. Terwijl hij na school naar de hut gaat, fiets zijn vriend Ramses door. Ramses en hij hebben een band. Ramses speelt gitaar en Dorian drums. Ze hadden alleen nog een zangeres nodig. Hij voelde aan de “berichten” onder de vlonder. De mooiste was die van Nikita en hem samen. Thuis aangekomen wilde ze zijn eerste schooldag vieren met een taart, maar Dorian liep gelijk door naar zijn eigen kamer. Zijn moeder komt naar hem toe, maar hij geeft geen antwoord op haar vragen. Hij wil het liefst dat ze weggaat. Het schriftje van juf Nanda komt ter sprake, een schriftje waarin je je geheimen zet. Hij schreef erin totdat Ramses in zijn klas kwam. Hun vriendschap begon bij het boek “Alice in Wonderland”. Ramses scheurde het boek doormidden en gaf hem het eerste gedeelte. Ze gaan met de klas naar het museum, bij de bus staat Ramses hem al te roepen. Misschien valt het vandaag mee. Er wordt een groepsapp van de hele klas gemaakt, maar zodra er “Waar blijft dodo?” in verschijnt, wil Dorian het liefst verdwijnen. Ze worden bij de rondleiding in twee groepen verdeeld, Ramses zit in de andere groep. Ze zien verschillende zalen met opgezette dieren, totdat twee jongens Dorian vastpakken en meenemen. Ze beginnen hard te lachen, hij staat in een vogelzaal. Dan ziet hij de reden waarom ze lachen. “Raphus cucullatus – Dodo” afkomstig uit Mauritius, een fabelachtig dier wat best groot is. Zijn snavel staat iets open, alsof hij nog wat aan het vertellen is. Bij het aanraken voelt hij een oud verbond, een vreemd gevoel. Het museum verdwijnt, zijn klasgenoten verdwijnen, hij is op Mauritius en hij hoort Dodo zeggen dat hij zijn ei moet uitbroeden. Inmiddels komt er een andere groep de zaal binnen en een suppoost verteld het verhaal over de Raphus cucullatus. Zodra hij het woord “Dodo” zegt wordt Dorian teruggehaald naar het hier en nu. Dorian luistert naar de geschiedenis over Dodo. De suppoost neemt hem zelfs mee naar waar het allerlaatste dodo-ei ligt. Dorian vindt het geweldig, het lijkt wel een sprookje. In het schriftje van juf Nanda schrijft hij thuis over zijn belevenis in het museum, nadat hij het ei voorzichtig op zijn kussen had gelegd…
Mohana van den Kroonenberg heeft met het boek “Dodo” echt een geweldig kinderboek geschreven, waarin alle gevoelens van de overstap van de basisschool naar de middelbare staan beschreven. De dramatische ramp die Dorian daar beleefd, is ook het ergste wat je dan kan overkomen. Maar dat dan juist het verschrikkelijke woord “Do-do” met een mix van een museumbezoek hem meetrekken naar een meest magische fantasiewereld, is echt bijzonder. Zijn gestotter, zijn onzekerheid verdwijnen als sneeuw voor de zon. De fantasie die kinderen zo vanzelfsprekend hebben is ook zo mooi en zo logisch, dat het haast jammer is dat de meeste het als ze ouder worden kwijtraken. Want hoe mooi is het beeld wat Dorian en Dodo schetsen. Mohana laat je ook echt het contrast zien in hoe onzeker en kwetsbaar Dorian in de klas is en hoe zelfverzekerd en sterk hij is bij Dodo. Het schriftje in het verhaal vind ik ook zo bijzonder, daarin blijft alles wat je schrijft of tekent geheim. Ik denk dat veel kinderen daar baat bij zouden hebben. Echte vriendschap heeft niet veel nodig, die is er altijd, zeker als je elkaar nodig hebt. Mohana van den Kroonenberg laat je dit en nog zoveel meer in dit meesterlijk geschreven verhaal zien en voelen. Eigenlijk zou dit boek in iedere laatste klas van de basisschool gelezen moeten worden.
Uitgeverij: De Vier Windstreken
ISBN: 9789051168877
Leeftijd: vanaf 11 jaar
Aantal pagina’s: 183
Prijs: € 14,99