Interview Marion Altena

Gepubliceerd op

MarionAltena1

Marion Altena heeft ervaring als cultureel werker, tolk/vertaler Turks, politiek netwerker en fotograaf), toch voelt zij zich meer dan dat alles schrijver. Ze schrijft romans, fulltime, en doet alles wat daarbij komt kijken helemaal zelfstandig: research, uitgeven, acquisitie, marketing en het organiseren van nevenactiviteiten die voortvloeien uit haar roman ‘Ontworteling’, die kort geleden is uitgekomen en nu overal te koop is. Omdat dit volgens Bezeten Boeken een bijzonder boek is, besloten wij Marion enkele vragen voor te leggen.

Hoe zou jij Marion omschrijven als jij een vriendin van haar was?
Marion is een hooggevoelig, artistiek netwerkmens dat het simpelweg niet kan helpen dat ze telkens weer in de meest vreemde situaties terecht komt en met de meest uiteenlopende mensen in contact komt. In de loop van de jaren is ze zich meer en meer bewust geworden van dat talent (hoewel ze zelf zegt dat ze het zelf nooit opzoekt!). Zonder die avonturen in haar leven en de mensen die ze heeft leren kennen zou ze dan ook nooit zijn geworden wie ze nu is: een empathisch iemand, die zich soms iets tè veel aantrekt van het onrecht om haar heen, maar die altijd uiteindelijk weer op haar pootjes terecht komt. Marion is een vechter en is veerkrachtig. Ze is een non-conformist en kiest bijna nooit voor de makkelijke weg, vooral op zakelijk gebied. Maar omdat deze manier van werken zo interessant is, merkt ze vaak weinig van de eenzaamheid van haar reis.
Heeft dat empathisch vermogen jou geholpen bij het schrijven?
Ik zou liegen als ik ‘nee’ zou zeggen. Maar in mijn dagelijkse leven en in mijn werk als schrijver houd ik me absoluut niet bezig met de vraag of ik al dan niet empathisch ben. Ik doe gewoon mijn werk en om me in te leven in mijn karakters en in scènes doe ik wat me ingegeven wordt. Soms houdt dat eenvoudigweg in dat ik diep nadenk. Soms ga ik naar een locatie om de sfeer daar te voelen. Dan weer duik ik de boeken in of interview ik iemand voor research. De gewone dingen, dus.
Maar af en toe is er dan toch een moment waarop ik aan het denken word gezet over het thema ‘empathie’. Een heel sterk voorbeeld daarvan is toen ik een Oekraïens meisje in Praag leerde kennen op een van mijn research reizen. Kristina (zo heet ze) en ik werden vriendinnen en zij vond het geweldig toen ik haar als model voor een van de karakters uit Ontworteling besloot te gebruiken. Dit karakter, ‘Gosia’, kreeg een leven in de roman dat erg leek op dat van Kristina en vanuit dat referentiekader plaatste ik haar in de scènes van het verhaal.
Telkens als ik voor research naar Praag ging en Kristina ontmoette leerde ik weer iets nieuws over haar dat ik kon integreren in mijn verhaal (ik was intussen klaar met Ontworteling en was begonnen aan het manuscript van de vervolgroman). De scènes waarin Gosia voorkomt zijn dus een mengeling van ervaringen met Kristina en verzonnen elementen die het verhaal dienen. Nu is er een scène in de vervolgroman waarin Gosia ergens een kamer aan de hoofdpersoon laat zien. In die kamer staat een groot tweepersoonsbed. En het eerste dat ze doet bij binnenkomst is een grote sprong maken en lachend op dat bed terecht komen. Kristina had geen idee dat ik die scène had geschreven. Maar toen ik haar na een aantal maanden weer een keer zag en haar mijn Praagse logeeradres liet zien, deed ze bij het bekijken van de slaapkamer precies hetzelfde als in die scène: een onstuimige sprong maken richting het tweepersoonsbed.
Dit soort dingen gebeuren, eerlijk gezegd, regelmatig als ik aan het schrijven ben. En dan vraag ik me wel eens af hoe dat werkt. Bestaat er zoveel toeval? Of speelt empathie toch een grotere rol in mijn schrijven dan ik wil toegeven?
Waar denk je zelf dat het aan ligt? Toeval of toch je heel goed kunnen verplaatsen in personen en hun denken en handelen?
Daar heb ik geen eenduidig antwoord op, en precies dat is de reden waarom het me niet loslaat. Want het gebeurt te vaak om nog toeval genoemd te kunnen worden.
Maar waarom heb ik dan toch telkens het gevoel dat ik het zelf niet aanstuur, maar dat zulke momenten me bovenal ‘overkomen’? En als het me weer ‘overkomt’, dat er dus weer een model is dat precies doet wat ik zojuist in mijn verhaal heb beschreven, wat is het doel er dan van? Ik weet dat ik me goed kan inleven in personen. Maar dit maakt een omweg langs mijn bewustzijn – het gaat er niet doorheen. Ik sluit dan ook niet uit dat hier een derde partij bij betrokken is 😉 Iemand van Boven, wellicht? En zolang ik het echte doel van dit soort voorvallen (van die fijngevoeligheid) niet weet, houd ik het erop dat het me bemoedigt en dat het het verhaal voor mij als schrijfster extra tot leven laat komen. En hoe meer een verhaal voor de schrijver leeft, des te beter kan hij/zij het overbrengen op de lezer.
Jouw boek, Ontworteling, gaat over Rhona die een bloedstollend vraag-en antwoordspelletjes met Aeolus heeft via de chat, en die beweert een vampier te zijn. Hoe ben je op dit onderwerp gekomen?
Ontworteling had eigenlijk een kunstboek moeten worden. Ik had in 2007 al een boek (‘Zielstocht’) gemaakt met korte teksten en fotokunst en had twee jaar later een stapeltje foto’s klaarliggen voor het volgende boek. Probleem alleen was dat ik me absoluut geen raad wist met de teksten. Uiteindelijk vond ik in december 2008 de oplossing: bij de foto’s zou ik een essay gaan schrijven. Het onderwerp zou zijn: “Stel dat er nu, op dit moment, een levensechte vampier jouw kamer zou binnenlopen. En stel dat je hem mocht vragen hoe hij denkt over spiritualiteit. Over leven, dood, zonde, verveling. Over religie en het bovennatuurlijke… wat zou hij je dan antwoorden?”
Om het essay aanlokkelijk te maken voor de lezer begon ik het stuk met een ‘inleidend incident’, dat ik ontleende aan een anekdote uit mijn eigen leven. Het essay was al gauw geen essay meer, het werd langer dan bedoeld. En ook bij een novelle bleef het niet…
De reden dat ik het onderwerp ‘vampiers’ voor mijn verhaal koos is, dat op symbolisch niveau vampiers veel voor mij betekenen. Zij hebben, net als ik, een aantal hordes te nemen in de ‘normale’ wereld. Ik heb namelijk een paar chronische ziektes, waaronder laag bloedsuikerklachten. Dus moet ik rekening houden met een streng dieet – een dieet waar ik nooit van af kan wijken. Daarbij heb ik last van chronische vermoeidheid (door reuma) en lig ik ook overdag wel eens in bed. Een afwijkend slaappatroon dus. Door mijn ziekte moet ik meer moeite doen dan anderen om in de maatschappij van ‘gewone mensen’ mee te draaien. Vampiers hebben daar, door hun duistere geheimen, ook moeite mee. Zij en ik hebben dus de overeenkomst dat we te kampen hebben met een behoorlijke sociale handicap. Op die sociale handicap van vampiers, in een maatschappij die in al haar details hetzelfde is als de onze, focus ik in Ontworteling.
Naast het vampiergedeelte: wil jij misschien onbewust de gevaren weergeven van chatten met vreemden?
Nou nee… of laat ik het zo zeggen: het was zeker in het begin niet mijn bedoeling om mensen te waarschuwen. Ik vond het gewoon een mooie uitdaging om lange gesprekken te creëren die louter op toetsenbord en beeldscherm plaatsvonden, maar desondanks boeiend waren voor de lezer. Je kunt dan tenslotte geen geen gebruik maken van omschrijvingen van je omgeving, van gebaren of gezichtsuitdrukkingen van de karakters. Voor een schrijver is het dus zaak om zo sterk mogelijke conversaties te laten ontstaan. En daarmee sta je voor een paar grote uitdagingen: hoe kan je bijvoorbeeld iemand aan die andere, anonieme kant van de chat charisma laten uitstralen, of charme, of dreiging? En hoe laat je de lezer de intieme sfeer van zo’n chatcontact bijna lijfelijk voelen? Want als je daarin slaagt als schrijver, kan je de lezer ook laten ervaren wat zo’n ogenschijnlijk steriel chat contact met je psyche doet – niet onbelangrijk als je wilt dat je roman meerdere eigenschappen van een psychologische thriller krijgt. En dan komen, hoop ik, vanzelf de vragen: kan iemand een belang hebben bij een online contact met jou, ondanks dat hij met klem benadrukt dat hij je níet wil ontmoeten? En waarom beweert iemand, die zó intelligent en weldenkend overkomt, een vampier te zijn? Bestaan er cyberexperimenten waarbij je een wildvreemde online gesprekspartner onderwerpt aan een test – een test om te kijken hoelang die andere het contact met jou volhoudt als jij blijft vasthouden aan een onmogelijke claim (dat je vampier bent)?
Daarmee beland ik automatisch opnieuw bij de vraag: ‘Marion, wil jij misschien onbewust de gevaren weergeven van chatten met vreemden?’
En dan moet ik dat toch beamen. Al is het maar door de lezer uit te dagen tot nadenken over dit onderwerp.
Ben je zelf tevreden met het eindresultaat of heb je het gevoel dat je nog meer uit jezelf had kunnen halen?
Als een schrijver zegt dat hij/zij niets meer uit zichzelf kan halen, is er iets flink mis denk ik. Want schrijven is leren. Al doende leren en ontdekken. Ik geloof dus dat ik me in de nabije toekomst nog veel meer zal eigen maken dan dat ik nu kan als schrijver. Toch ben ik niet ontevreden met de ‘online gesprekken’ in Ontworteling. Ze waren geschikt voor die fase van het verhaal.
Feit is in ieder geval dat ik veel plezier heb gehad in het creëren van die chat sessies, zeker op de momenten dat de twee karakters volkomen langs elkaar heen aan het praten/typen waren – meestal onbewust, maar ook af en toe om elkaar te stangen. Of tijdens een onbeholpen poging tot flirten 😉
Bepaalde auteurs hebben vooraf al het hele verhaal in hun hoofd, andere auteurs beginnen met schrijven en zien wel waar het schip strandt. Tot welke categorie behoor jij?
Volgens mij behoor ik tot geen van beide. En dus tegelijkertijd tot allebei… Ontworteling is bijvoorbeeld helemaal op organische manier ontstaan. Ik had geen vastomlijnd plan voor de synopsis, hooguit een paar ideeën voor scènes, en ben toen gewoon gaan schrijven. Tijdens het schrijfproces dicteerde het verhaal vervolgens zelf de richting. Daarbij speelden research en locatie scouting een grote rol: ik liet me vaak leiden door wat ik zelf meemaakte, zoals toen ik eens een paar dagen meeliep met een restauratie architect op zijn werk, en naast hem op de steigers rondom de Westminster Abbey stond. Die bewuste dagen heb ik bijna helemaal kunnen integreren in Ontworteling – ik heb alleen de namen maar hoeven veranderen.
Maar ik heb ook geëxperimenteerd met andere benaderingen, heb bijvoorbeeld geprobeerd een hele roman van te voren in de vorm van een outline uiteen te zetten. Dat werkte maar tot op zekere hoogte – ik kwam tot ongeveer driekwart van het verhaal. Toen ontdekte ik dat ik op dezelfde manier schrijf als dat ik tekeningen maak: ik heb een idee in mijn hoofd dat ik redelijk ver uitwerk, begin dan te werken, en tijdens dat werken dicteren de details de uiteindelijke richting. Daarom is het voor mij ook niet mogelijk om eerst een klad-versie van een volledig manuscript op papier te zetten. Elke scène moet in een behoorlijk ver gevorderd stadium achtergelaten worden voordat ik aan de volgende begin, omdat de kleine dingen die de karakters doen en zeggen voor mij als schrijver alles-bepalend zijn voor de loop van het verhaal.
Je kunt dus wel zeggen dat ik een mengeling ontwikkeld heb van ‘van te voren alles plannen’ en ‘zien waar het schip strandt’ en daar voel ik me goed bij.
Waar haal jij de inspiratie nog meer vandaan, naast persoonlijke gebeurtenissen?
Uit architectuur, vooral kastelen, landhuizen, kerken en kerkhoven haal ik veel inspiratie… En uit steden, zoals Londen, Praag en Parijs. Of uit de geschiedenis en wetenschap. Ik heb mezelf de ‘restrictie’ opgelegd om wat ik daarin ontdek volkomen overeind te houden en dat vervolgens zo waarheidsgetrouw en gedetailleerd mogelijk te beschrijven. Ik vlecht mijn verhalen aan de hand van tussen de feiten door. Het schrijven en de research worden daardoor een vorm van schatgraven… heerlijk! En inderdaad, daarom zet ik het woord ‘restrictie’ ook tussen aanhalingstekens, want deze manier van werken voelt voor mij meer als een eindeloze inspiratiebron dan als een beperking.
Ook het zo intens mogelijk zelf ervaren en het, zo mogelijk, uitvoeren van de dingen waarover ik schrijf kunnen werken als een openbaring: soms speel ik de scènes bijvoorbeeld uit als een rollenspel. Maar ik heb ook een keer een tijdje met een blinddoek voor mijn ogen en een afgebonden mond gezeten om meer feeling te krijgen met een ontvoeringsslachtoffer. En om te weten hoe het voelt als de vampier uit mijn roman het oude muziekinstrument ‘viola da gamba’ bespeelt, heb ik een exemplaar gehuurd… een prachtige, zevensnarige basgamba. .Een half jaar lang had ik haar tot mijn beschikking en heb ik een paar beginnerslessen genomen van gamba speler Ralph Rousseau Meulenbroeks.
Alles voor de inspiratie 🙂
Wat bijzonder! Voor jou dus niet zozeer inleven, maar het echt zelf ervaren. Leer je hierdoor ook meer over jezelf?
Jazeker. Ik werd tijdens de viola da gamba lessen bijvoorbeeld behoorlijk geconfronteerd met wat ik altijd al heb vermoed: dat ik geen groot talent heb voor het bespelen van een muziekinstrument. Gelukkig zijn er meer manieren om met muziek bezig te zijn. Erover schrijven bijvoorbeeld :p
Nee, maar even serieus: Het ‘zelf ervaren’ bij het schrijven doe ik zo vaak als ik kan, maar is natuurlijk niet altijd mogelijk. Als het bijvoorbeeld gaat over het motiveren van het gedrag van een vampier (die ikzelf nog nooit ben tegengekomen), kan ik hooguit gebruik maken van mijn inlevingsvermogen en ga ik op zoek naar mensen die in ieder geval een paar overeenkomende eigenschappen hebben: een massamoordenaar bijvoorbeeld. Of iemand met een ander verschrikkelijk geheim. Of iemand met een psychiatrisch ziektebeeld. En dan kom je toch tot verrassende ontdekkingen: 1) dat je karakters hierdoor erg herkenbaar worden voor jou en de lezer. En 2) dat jouw schrijversgeest soms uit angstwekkend duistere krochten blijkt te kunnen putten. Dat laatste beangstigt me wel eens…
Denk jij dat ieder mens duistere kanten bezit, alleen dat deze niet altijd aan de oppervlakte komen?
Tot op zekere hoogte wel, ja. Maar ik geloof ook dat er mensen zijn die hun duistere kanten op een positieve manier weten te gebruiken. Diepe woede bijvoorbeeld, als drijfveer om de wereld te verbeteren. Maar dan rijst wel de vraag: kan zo iemand zijn/haar ‘kracht’ in goede banen blijven leiden? Of ontspoort het op een gegeven moment vanzelf? En is de motivatie achter zo’n goed doel ook wel zuiver? Maar de vraag die mij vooral bezighoudt is: wat is nou echt ‘duister’? Want ik denk dat iedereen daar iets anders onder verstaat. Laatst kwam ik een kennis van me tegen en we hadden het over verschillende dansstijlen. Hij vond salsa leuk. Omdat dat zo vrolijk was. En toen ik zei dat ik de tango toch mooier vond, reageerde hij met de opmerking dat dat hem ’te duister was’. De diepe emoties die in de tango naar boven kwamen, het drama, hij kon daar maar moeilijk tegen… dat kwam hem veel te dichtbij. Terwijl dat mij juist zo aanspreekt bij die dansstijl!
Over iets anders duisters gesproken: Vampiers. Geloof jij dat deze wezens echt bestaan?
Als ze zo leven in onze maatschappij zoals in Ontworteling, zullen we het nooit zeker weten…. Ik heb geleerd om niet veel dingen met zekerheid te stellen, en om tegelijkertijd weinig uit te sluiten. Met andere woorden: ik ben nog nooit een vampier tegengekomen. Maar of dat alles zegt….?
Ben jij al bezig met een volgend boek?
Ja, ik ben bezig met Onder Levenden, het vervolg op Ontworteling. Het verhaal zal onder andere gaan over ‘oud zeer’ en ‘verraad’, twee gloeiendhete hangijzers in de Gemeenschap der Vampiers… want als woede eeuwenlang opgekropt is geweest, zijn de gevolgen van een uitbarsting niet te overzien. Het verhaal begint dan ook niet voor niets in Reykjavík, op het moment dat de vulkaan Eyjafjallajökull ontploft.

Wat kunnen wij van jou in de toekomst verwachten?
Natuurlijk ga ik door met het schrijven van romans. En met het maken van kunstboeken (ik ben ook fotograaf en dichter). Maar de toekomst begint voor mij op een heel concrete manier op zondag 9 maart a.s., om 15:00 uur: Dan vindt in Zwolle (www.zwolsemuziekkamer.nl) de première van de literaire dansvoorstelling Opera Fatale plaats, waarin ik een van mijn eigen verhalen voordraag. Annelies Jansen ondersteunt dat met danstheater en Jeroen Margés vult het geheel aan met een perfect op het thema aansluitende wijnproeverij.
Het verhaal dat centraal staat in de act komt uit mijn roman Ontworteling. Ik lees voor over Victoriaanse tijden, over een theater in New York City en de opera La Traviata: …. tussen het publiek zit een verwende jongedame die zich stierlijk verveelt. Zij steekt dat niet onder stoelen of banken en op haar jacht naar vervulling lokt zijn de luisteraars van het verhaal mee het theater uit, naar buiten, door de donkere straten van Manhattan op weg naar Central Park. Het is er koud en stormachtig – de gedroomde setting voor een ondeugende actie die uitloopt op een dramatische climax…
Annelies Jansen vertolkt, met een verleidelijke combinatie van theater en dans, de rol van deze ‘vrouw van de wereld’, die opvallend veel weg heeft van Violetta uit La Traviata. De verhaallijn van Opera Fatale bevat dan ook meerdere parallellen met La Traviata en is, net als de opera, doordrenkt met de thema’s ‘liefde, drinken en de dood.’
Meer info over Opera Fatale, ook over andere locaties en data, vind je op de Facebook pagina:
www.facebook.com/OperaFatale
Ik houd ervan om ‘meer’ met mijn schrijfwerk te doen. Daarom ben ik voortdurend bezig met het zoeken naar samenwerking met mensen uit andere kunstdisciplines… met klassieke musici bijvoorbeeld. Meer nieuws daarover volgt later dit jaar.

Geschreven door

Contact Info

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.