Interview Lenno Vranken
Auteur Lenno Vranken mag zich ondanks zijn jonge leeftijd met recht een ervaren auteur noemen aangezien hij op 15-jarige leeftijd zijn eerste boek uitbracht. Schrijven zit de Belgisch-Limburgse auteur duidelijk van jong af aan in het bloed. Zijn fascinatie voor fantasy, horror en sprookjes zorgde voor zijn nieuwste boek Wisselkind. Tijd om eens nader kennis te maken met deze bijzondere auteur.
Wie is Lenno Vranken, de jongen achter de auteur?
Daar moet ik even over nadenken omdat ik zelden zo’n vraag krijg, haha.
Ik denk dat mijn vriendinnen en familie mij als een (soms veel te) lief persoon zouden omschrijven, bescheiden en soms wat onzeker, maar met een groot verbeeldingsvermogen.
Persoonlijk zie ik mezelf een beetje als een “buitenstaander”, een soort alien die willekeurig op deze planeet is neergezet. In veel opzichten ben ik een wisselkind, wat deels ook de reden is dat ik mijn nieuwste boek zo heb genoemd.
Hoe ben je er toe gekomen om boeken te gaan schrijven?
Voor mij is er nooit een andere optie geweest. Ik ben geboren met een grote fascinatie voor alles wat maar met boeken te maken heeft, en mijn liefde voor het schrijven volgde eigenlijk als vanzelf. Ik weet nog dat ik heel jong was en dat mijn moeder op een avond wegging om naar de boekvoorstelling van een kennis van haar te gaan. Dit vond ik ongelofelijk. Mijn moeder kende iemand die zélf een boek had geschreven?! Dit was zo wonderbaarlijk voor mij, dat ik meteen op de vloer ben gaan liggen met een schriftje en een pen. Ik wilde ook mijn eigen boek uitbrengen! Vanaf dat moment ben ik eigenlijk altijd blijven schrijven. In die jaren is het schrijven een soort escapisme geworden. Ik vind deze wereld erg naar en soms ook beangstigend. Dankzij het schrijven kan ik alles een beetje filteren en mezelf ook wegdenken. Het is therapeutisch.
In 2016 kwam je debuut uit, De Wereld Achter de Spiegel, wat met vijf delen inmiddels een jeugdboekenreeks genoemd mag worden, wat kun je ons hierover vertellen?
Zoals ik eerder al beschreef, ben ik vanaf een zeer jonge leeftijd begonnen met schrijven. Van die tijd tot mijn dertiende, had ik al ontelbare (onafgemaakte) manuscripten in mijn la liggen. Op en dag besloot ik aan iets nieuws te beginnen. Ik wilde een boek schrijven waarin ik al mijn verbeelding kwijt kon, zonder de grenzen en beperkingen die ik van onze eigen wereld kende. Het werd een mix van alle dingen die ik op die leeftijd leuk vond: Harry Potter, The Hunger Games en The Lord of the Rings. Tot die tijd had ik nog maar zeer zelden een manuscript effectief afgemaakt, maar opeens was het mij zomaar gelukt! Mijn eerste boek: De Wereld Achter de Spiegel – De Jongen was een feit. Ik vond het heerlijk dat ik met dit boek een volledig ander universum voor mezelf had gecreëerd. Niemand kon mij zeggen wat juist of fout was in deze denkbeeldige wereld. Alle wetten bepaalde ik zelf. Pas toen ik aan het vervolg van dit boek begon te schrijven, kreeg ik het ietwat gedurfde idee om ermee naar een uitgever te stappen. Dit was natuurlijk niet zo evident voor een dertienjarige auteur! Uiteindelijk kwam ik dan bij Boekscout YO terecht, een Nederlandse uitgeverij die zich speciaal richt op het werk van jonge schrijvers. Ik zond mijn manuscript in en meteen de volgende dag kreeg ik al een telefoontje. En zo, toen ik eenmaal vijftien jaar oud was, kon ik mezelf de trotse auteur noemen van mijn debuutroman!
Ik las ergens dat je een fascinatie hebt voor fantasy, horror en sprookjes, heeft jou dat geïnspireerd om je nieuwste boek Wisselkind te schrijven?
Sprookjes hebben altijd al de bakermat gevormd voor alles wat ik in mijn leven heb gedaan. Ik weet niet waarom, maar volgens mij ligt het aan het feit dat sprookjes voor mij altijd zo logisch hebben geleken, in een wereld waar juist niets logisch is voor mij. De fascinatie voor fantasy kwam pas later toen ik eenmaal de boeken van Tolkien en Rowling ontdekte. Vervolgens kwam er horror bij. Dit laatste verraste mij enorm. Als kind was ik altijd al bang van geesten, vampiers, weerwolven, etc.… Omwille van mijn grote fantasie geloofde ik gewoon werkelijk dat ieder moment een van deze monsters mijn kamer kon binnenvallen en mij uit mijn bedje zou sleuren. Ik heb doodsangsten uitgestaan wanneer het eenmaal avond werd!
Maar, met het ouder worden, leerde ik kennismaken met de échte gruwelen die de wereld te bieden heeft. Voor iemand die lid is van de LGBTQ+ gemeenschap en die zich sowieso al een wisselkind voelt, zijn dat er veel. Ik verloor veel mensen waar ik erg van hield en word eigenlijk nog dagelijks nageroepen en bedreigd op straat vanwege mijn uiterlijk. Ik gebruik horror om te kunnen compenseren voor al die enge dingen die ik in het echte leven tegenkom. In vergelijking met wat ik moet doorstaan op straat, stelt een gezellige griezelfilm eigenlijk weinig voor, haha.
Werd je tijdens het schrijven van Wisselkind een bepaalde richting in geduwd of had je voordat je begon al een duidelijke opzet in je hoofd?
Kortverhalen (in dit geval sprookjes) zijn een fijne oefening voor het schrijven. Ze helpen je geest en je pen scherp houden, in zekere zin. Ik schreef dus al heel lang bewerkingen op klassieke sprookjes en ook eigen verzinsels. Ook terwijl ik aan mijn jeugdboekenreeks werkte, schreef ik tussendoor sprookjes. Pas zeven jaar geleden kwam ik voor het eerst op het idee om al deze sprookjes samen te bundelen. Het zou dan een heus sprookjesboek worden, maar dan volledig volgens mijn smaak. Dit vond ik een enorm goed idee. En zo ben ik beginnen te schrijven aan Wisselkind.
Voor dit boek werkte ik niet bepaald in één richting. Ieder sprookje heeft een eigen vertelstijl, alsof ze doorheen de ogen van andere personages, in andere tijdszones en andere leefwerelden worden gezien. Ook begon ik pas aan een sprookje te werken wanner het mij vanzelf trof. Zo wilde ik nog zeer last-minute een bewerking van het sprookje van De Kleine Zeemeermin toevoegen. Ik had simpelweg het gevoel dat dit er nog écht bij moest. Zo schreef ik dus het bonusverhaal voor mijn sprookjesboek.
Wat hoop je dat lezers uit jouw boek zullen halen, enkel een stukje ontspanning of is er bijvoorbeeld nog een achterliggende gedachte?
In het voorwoord van Wisselkind leg ik uitgebreid uit hoe het boek eigenlijk niet thuishoort in deze moderne tijd. In onze samenleving lijkt er sowieso nog met weinig belang naar klassieke sprookjes te worden gekeken. Ze worden belachelijk gemaakt, onherkenbaar verminkt of zelfs vergeten. Dit wilde ik niet langer toestaan. Ik heb ieder sprookje in mijn boek geschreven met de intentie om de oorsprong van ieder verhaal zo goed als mogelijk te behouden. Telkens echter, met een soort twist. Hoewel ik geen liefhebber ben van modernisering, ben ik wel een groot voorstander voor feminisme en de representatie van LGBTQ+ personen. Dit soort boodschappen wilde ik ook duidelijk verwerken in mijn verhalen, waardoor ik het gevoel heb dat mijn boek losstaat van mezelf. Het is iets dat simpelweg door de wereld moet worden gezien. Er is veel droefenis, magie en gruwel in mijn boek te vinden, maar in die dingen schuilen zeker ook enorm veel waarheden die onze maatschappij gerust eens onder ogen mag krijgen.
Wat voegt het schrijven toe aan jouw (dagelijkse) leven?
Schrijven is voor mij zoveel meer dan ik mogelijk zou kunnen verwoorden. Het is een vorm van escapisme, een troost en ook een afleiding van nare dingen die ik anders zou beginnen te denken. Ik heb het schrijven enorm hard nodig. Het geeft mij een plek om thuis te horen. Het is zó fijn dat ik voor mezelf kan zeggen dat ik een schrijver ben!
Als je zelf een boek leest, kies je dan ook voor het genre waarin je zelf schrijft of juist iets heel anders?
Af en toe lees ik wel eens verhalen die zich afspelen in deze tijd en soms ook non-fictie (ik hou erg van geschiedenisboeken en boeken over mode), maar dit komt slechts zelden voor. Ik heb fantasy boeken hard nodig om een beetje logica in deze wereld te kunnen vinden. Ik ben een groot liefhebber van Harry Potter en Lord of the Rings, maar ook van Throne of Glass en The Spiderwick Chronicles. Vanaf mijn zestiende, ben ik ook veel gotische literatuur uit de negentiende eeuw gaan lezen. Zo raakte ik verknocht aan Frankenstein, Dracula, The Picture of Dorian Gray en The Monk.
Mijn favoriete boek aller tijden is De Nevelen van Avalon. Een echte aanrader!
Naast het schrijven ben je ook actief in de mode, kun je ons hierover iets vertellen?
Mijn liefde voor modegeschiedenis heeft ervoor gezorgd dat ik Fashion Design ben gaan studeren. Eerst in Hasselt en later in Amsterdam. Met deze ervaring ben ik nu werkzaam in het modemuseum van Hasselt én maak ik af en toe kleding voor mezelf. Ik ontwerp graag kleding die ik binnen míjn droomwereld zie: capes, lange jassen, zwarte blazers met verhoogde schouders en schedelmotieven… Mensen vragen vaak of ik ook voor anderen ontwerp, maar dit vind ik nog een te grote uitdaging om samen met het schrijven te combineren. Voor mijn eigen creaties bedacht ik een label: Ulfilas – Hell’s First Fashion Designer. Geïnteresseerden kunnen op Instagram opzoek gaan naar het account met de naam Ulfilas.storyteller om te ontdekken wat ik zoal maak.
Tot slot, wat kunnen wij van jou in de toekomst nog verwachten?
Ik mag hopen dat er nog veel meer boeken zullen (en mogen) volgen, haha.
Op dit moment werk ik hard aan het zesde deel van mijn jeugdboekenreeks. Hierna wil ik graag verder met Wisselkind. Ik wil niet per se een vervolg schrijven op dit boek, maar ik zou graag een reeks van elkaar losstaande boeken uitbrengen die zich afspelen binnen hetzelfde universum. Zo krijg ik de kans om uitgebreid aan de slag te gaan met de sprookjes die ik geen plaats kon geven in Wisselkind.
Kijk voor meer informatie over Lenno Vranken op:
Goodreads à Lenno Vranken
Instagram à lenno.vranken
Instagram Creatief account à ulfilas.storyteller
Facebook à Lenno Vranken
Facebook De wereld achter de spiegel à De wereld achter de spiegel
Benieuwd naar Lenno zijn nieuwste boek Wisselkind? Bestel ‘m direct via deze link: