Interview Karin & Dimitri
arin en Dimitri begonnen hun carrière op de website www.verhalensite.com. Op dit platform konden zowel beginnende als de meer ervaren auteurs hun verhaal plaatsen en waar de andere schrijvers dan weer kritiek of complimenten op konden geven. Na de ontmoeting op deze site besloten zij om samen een schrijversduo te vormen.
Karin komt uit Amsterdam, Dimitri uit Brugge. Ditmaal dus geen schrijvend echtpaar, maar twee mensen die hetzelfde doel voor ogen hebben en elkaar daar helemaal in gevonden hebben. Hun debuut, B.B., is onlangs verschenen bij uitgeverij Zilverbron en wordt omschreven als een opmerkelijke psychologische thriller met Tarantino-achtige trekjes dat door merg en been gaat. Bezeten Boeken was dan ook erg nieuwsgierig naar dit bijzondere schrijversduo.
Normaal vraag ik auteurs om zichzelf te omschrijven als ze een vriend van zichzelf waren, maar bij jullie doe ik het anders. Karin, wat is Dimitri voor iemand en Dimitri, wat is Karin voor iemand?
Dimitri: Karin is een narcistische ongedisciplineerde muggenziftster met een drankprobleem. Ik haat haar.
Karin: Kennismaken met Dimitri Van Hove? Ga naar de groenteman en koop zoveel mogelijk groenten als je dragen kunt. Zorg dat je naast de traditionele soorten als wortelen en prei ook de minder bekende als koolrabi en turnip erbij doet. Zoek dan zoveel mogelijk specerijen bij elkaar van zoet tot zout en bitter. Vergeet vooral de knoflook en uien niet, en pepertjes in alle soorten.
Thuis snijd je alle groenten fijn. Tijdens het hakken van de uien lopen de tranen al over je wangen. Daarna alles even aanbraden in de grootste soeppan die je kunt vinden en alle ingrediënten in bouillon een half uurtje laten doorkoken.
Als de soep klaar is doet de aanblik van dit bijzondere samenraapsel empathie bij je opkomen en moet je vast een paar keer je emoties wegslikken. Bij het eten van de soep heb je wederom je zakdoek nodig om de tranenstroom te stelpen. Doordat de pepertjes het ongekend pittig maken, maar ook van blijdschap omdat hij zo lekker is.
Jullie debuut, B.B., is inmiddels een feit. Met welke reden besloten jullie samen een boek te schrijven?
Karin: Omdat ik een masochistische inslag heb.
Dimitri: Bij mij was de reden dat het me een stuk minder zwaar leek als je met twee schrijvers een boek op poten zou kunnen zetten.
Je hebt meteen een klankbord, weet direct of iets een goed idee is. Terwijl je bij testlezers vaak eerst dat idee moet uitschrijven. Wij laten het manuscript ook nog proeflezen, maar er zullen geen fundamentele veranderingen meer nodig zijn.
Dat herschrijven en redigeren is eveneens heel wat lichter om te dragen – twee paar ogen zien meer dan één. En als we er daarna nog een redactrice tegenaan gooien… (lacht)
Ook bij het promoten is het fijn als je er niet alleen voor staat. Publiciteitskosten worden gehalveerd en je bestrijkt meer social media dan in je eentje.
B.B. gaat over Andy, een man met een aandoening waardoor zijn gelaat geheel aangetast is. Waarom kozen jullie voor een niet doorsnee hoofdpersonage?
Karin: Na een paar probeersels en goed op elkaar ingewerkt te zijn, wilden we met iets onderscheidends komen. We houden allebei niet van voorspelbare, dertien in een dozijn verhalen. Dimitri kwam toen met dit verhaalidee en het sprak me meteen aan. Tijdens het schrijven is de plot geëvolueerd, maar het basisidee kwam van Dimitri. Zelf ook niet bepaald doorsnee.
Dimitri: Een van de grote clichés in zowel boeken als films is dat het hoofdpersonage vaak een succesvol en knap persoon is. Alsof lezers of kijkers zich niet zouden kunnen identificeren met een pechvogel, sympathie opbrengen voor een anti-held.
Dit was vrijwel meteen duidelijk: we moeten met iets komen wat mensen nog geen tig keer eerder gezien hebben. Als je vervolgens nog een aantal versleten beeldspraken op deze manier aanpakt, krijg je een origineel en pakkend verhaal.
Overigens waren de inspiratiebronnen voor B.B. ‘De Klokkenluider van de Notre Dame’, die ook zelf een rol speelt in het verhaal, en ‘The Elephant Man’.
Het valt mij sowieso op dat jullie het niet schuwen om over het slechte in de mens te schrijven. Jullie maken het geen moment mooier dan het is. Wat trekt jullie zo aan in deze kant van de samenleving?
Dimitri: Ik vind eigenlijk niet dat deze personages zo kwaadaardig zijn. Behalve Bovenhuis en Ruben dan. Andy doet wel een en ander dat je “slecht” kunt noemen, maar hij is nooit bewust boosaardig.
Zelfs voor iemand als Femke valt begrip op te brengen. Dat is godbetert een vegetariër.
Karin: Zucht. Lieve mensen: de laatste twee zinnen in Dimitri’s antwoord kunnen jullie beter negeren. Die archiveren we in het vuistdikke dossier met de naam: Dimitri’s mislukte grappen.
Terug naar de vraag.
Niet het slechte in de mens vind ik interessant, maar wel de psychologie erachter. Hoe komt iemand tot bepaalde, verwerpelijke daden? Dat is waar B.B. over gaat.
Meer het principe van: ieder mens heeft een breekpunt. Denken jullie ook dat ieder mens tot ’thriller-achtige’ daden in staat is?
Dimitri: Zeker. Ik denk ook niet dat wat Andy doet vergezocht is. Als ik daar fysiek toe in staat was, zou ik misschien wel hetzelfde doen. Iemand die al heel zijn leven compleet genegeerd wordt door de andere sekse kan rare sprongen maken.
Je volgende vraag is waarschijnlijk wat ik bedoel met “als ik daar fysiek toe in staat was”. Wel, veel lezers weten dit nog niet, maar ik heb net als Andy een levensbepalende aandoening. Van een hele andere categorie weliswaar – door een progressieve spierziekte ben ik rolstoelgebonden –, en het verhaal is verder helemaal fictief, maak je geen zorgen, maar ik kan me heel goed voorstellen dat iemand zo’n wanhoopsdaad stelt.
Karin: Absoluut. Daarom kent de rechtspraak termen als verzachtende omstandigheden en crime passionnel.
En fictie Dimitri? Waarom slingerden die handboeien dan rond in je kamer en stond die zinken emmer op de gang?
Kijk, nu komen we ergens. Dan weten jullie vast ook wel hoe je de perfecte moord pleegt?
Karin: Inderdaad Eva. Hoezo? Heb je plannen?
Eva: Nog niet, maar kennis is macht.
Dimitri: In een thriller is het een eitje om de perfecte moord te plegen omdat je als schrijver alle touwtjes in handen hebt; je kunt de politie het hele boek in het duister laten tasten (iets waar ik een sardonisch genoegen in schep) of je kunt een intelligente rechercheur in het leven roepen die in een vingerknip alles aan het licht brengt.
Maar ik vind het oogpunt van de lange arm van de wet weinig interessant. Ik voorspel dat de politie ook in onze toekomstige boeken een minimale rol zal spelen. Een ander groot thrillercliché dat getackeld wordt in B.B. is dat “het goede” altijd als winnaar uit de strijd moet komen. Bullshit, noem ik dat. Dat is toch allesbehalve realistisch? Daarom zullen wij eerder belichten hoe echte mensen met moord en tegenslag omgaan, dan dat er zich de hele tijd klabakken bemoeien met van alles.
Is dat voor jullie ook de charme van het schrijven? Dat je als auteur volledig de touwtjes in handen hebt?
Dimitri: O ja. Wat mij betreft is schrijven de ideale drug. Het is een nog intensere vorm van escapisme dan lezen. Als lezer ben je afhankelijk van de schrijver, maar als je zelf de auteur bent, beslis jíj over alles. Al dan niet in samenspraak met een schrijfpartner, in ons geval.
Ik ben blij dat ik het schrijven ontdekt heb. Het is behoorlijk verslavend, doch heel wat gezonder en betaalbaarder dan mijn heroïnegewoonte was.
Karin: Ja die schrijftouwtjes, dat was echt een kick toen ik me dat de eerste keer realiseerde. Overigens houd ik ook graag een flûte prosecco in handen al of niet vergezeld van een toastje met gerookte zalm.
Jullie klinken bijna als Stephen King, die met watjes in zijn neus (na het snuiven) en mondwater drinkend (alcohol bevattend als zijn gewone alcohol op was) doorging met schrijven. Heeft een auteur echt alcohol en drugs nodig?
Karin: Welnee… Maar we mogen graag de draak steken met onszelf.
Dimitri: Stephen King is daar net als ik dertig jaar geleden mee gekapt. Want alcohol en drugs werken alleen maar contraproductief. Hoe vaak heeft Karin me niet midden in de nacht uit mijn bed gebeld, lallend dat ze een briljante inval had, waarna ik dágen bezig ben haar dat kutidee uit haar hoofd te praten.
Zijn jullie al bezig met een volgend boek?
Dimitri: Ons tweede manuscript is al enige tijd voltooid; we zijn volop aan het derde boek bezig. Wat vlotter zou kunnen is het uitgeven van onze schrijfsels. We zouden gemakkelijk jaarlijks met een boek kunnen komen.
Karin: Voor deze ene keer slaat die Belg de spijker op zijn kop met zijn antwoord.
Kunnen jullie alvast een tipje van de sluier geven over jullie tweede boek?
Dimitri: Wat we al kunnen zeggen erover is dat het iets totaal anders wordt dan B.B. Het is veel meer in de traditie van een mainstream thriller geschreven – mét de nodige verrassingen natuurlijk.
Karin: Die mainstream thriller speelt zich af in Italië, het manuscript waar we nu aan werken heeft een bovennatuurlijk onderdeeltje.
Klinkt interessant! Vanwaar de ommekeer naar een bovennatuurlijk onderdeel?
Karin: We vinden het leuk om steeds met een andere insteek te komen.
Dimitri: In eerste instantie wilde ik bovennatuurlijke toestanden zo veel mogelijk beperken tot korte verhalen en het in ons langer werk realistisch houden. Ondanks het feit dat er heel wat zeer bekwame schrijvers de fantastische genres beoefenen, wordt er toch nogal op neergekeken. Maar het was zo’n interessant idee dat we er meteen een hele thriller in zagen. Bovendien is dat bovennatuurlijke bijna een detail, niets wat je met de nodige suspension of disbelief niet weggeluld krijgt.
Wat is jullie ultieme droom als schrijversduo?
Karin: Dat een van onze boeken verfilmd wordt. Want dat betekent meteen dat het heel goed verkocht heeft. Bij mijn weten worden voornamelijk bestsellers verfilmd.
Dimitri: Groupies.
Mochten jullie verfilmd worden, wie mogen dan de belangrijkste karakters in B.B. vertolken?
Karin: Leuke vraag! De rol van Andy zou alleen door een acteur van een groot kaliber kunnen worden gespeeld, want er wordt nogal een acteerprestatie gevraagd. Van de acteurs die ik ken, denk ik dat alleen Barry Atsma zoiets aan zou kunnen. Maar er is in Nederland natuurlijk een heleboel acteertalent dat mij onbekend is.
De rol van Ruben gaat naar Thijs Römer. Kan hij eens lekker een slechterik spelen.
Voor Femke kies ik Chantal Jansen. Die moet dan wel een donkere pruik op.
De rol van Peerke Jansen, de baas van Femke en Ruben, gaat naar Peter Paul Muller. Ik wil hem wel eens geaffecteerd horen praten. Of anders naar Kaspar van Kooten. Die heeft altijd van dit soort rollen en hij is er steengoed in.
Dimitri: Los van Karin had ik zelf ook al gedacht aan Barry Atsma, maar dan om de rol van Ruben op zich te nemen. Ruben is een blonde seksgod, een afgeborsteld kereltje.
De acteur die Andy speelt zou totaal onherkenbaar zijn, zoals John Hurt in ‘The Elephant Man’ of Eric Stolz in ‘Mask’. Een nog onbekende maar zeer getalenteerde debutant misschien?
Bij Femke had ik de hele tijd Roos Smit in mijn achterhoofd. Mocht zij zich niet kunnen vrijmaken voor de rol van haar leven, vragen we Katja Herbers.
Als regisseur een klasbak à la Martin Koolhoven.
Zo, en nu word ik weer wakker.
Stephen King staat erom bekend dat hij vaak bijrollen heeft in zijn verfilmingen. Is zoiets ook voor jullie weggelegd?
Karin: Jazeker. Geef mij maar de rol van de warmhartige Tinie. Zweedse klompen en een bloemetjesschort draag ik toch al elke dag. Ik moet alleen de zakken nog even volproppen met Koetjesrepen.
Dimitri: Ik ben een waardeloos acteur, schat ik. Hooguit een cameo waarin ik geen tekst heb.
Zouden jullie het je kunnen voorstellen om ooit apart van elkaar een boek te schrijven of blijven jullie liever altijd samen schrijven?
Dimitri: Zowel Karin als ik hebben los van elkaar al een boek geschreven. Bij Karin is het op het laatste moment afgeketst bij een grote uitgeverij. Ons tweede manuscript is voor een deel gebaseerd op dat verhaalidee.
Bij mij was dat solowerkje ‘Hardgekookt’, een politiethrillerparodie.
Maar ik zie ons nog wel een tijdje samenwerken. Apart verliep het te stroef. En never change a winning team, toch?
Karin: Blijven samenwerken Dimitri? Dan wil ik je hierbij graag even de voorwaarden voorleggen:
A) Ik wil elke week een doos Belgische bonbons toegestuurd krijgen.
B) Van nu af aan zeg je in interviews:
1. dat ik geheelonthouder ben
2. dat ik B.B. geschreven heb en jouw aandeel beperkt was tot een miniem redigeren.
En als je over woorden struikelt om me te verzekeren dat ‘dat toch vanzelf spreekt, Karin’ dan… zal ik… er nog eens…
Nee. Ik zie er toch maar vanaf.
Waarom moeten de lezers die B.B. nog niet gelezen hebben dit volgens jullie doen?
Dimitri: Zoals ik in een ander interview zeg ‘moeten’ mensen niks. Als ze willen kunnen ze dit boek lezen.
Karin: Om te ontdekken wat B.B. betekent. En dat om mee te leven met een hoofdpersoon in een boek hij of zij echt niet altijd een held of heldin en van onberispelijk gedrag hoeft te zijn.
Als laatste wil ik graag nog een opmerking maken om de antwoorden in dit interview in het juiste perspectief te plaatsen: Was sich liebt, das neckt sich.