Wolkenstad – Anthony Doerr
Vijf buitenbeentjes proberen de wereld rondom hen te begrijpen. In Constantinopel in 1453, in een bibliotheek in het huidige Idaho en op een interstellair schip in de verre toekomst jagen ze ieder hun dromen na terwijl ze vechten om te overleven. Anna, Omeir, Seymour, Zeno en Konstance worden verbonden door één gehavend exemplaar van een tweeduizend jaar oude Griekse tekst – het eeuwenoude verhaal van Aethon, die ernaar verlangd om in een vogel te veranderen en naar een utopisch paradijs te vliegen. Doerr heeft een werk gecreëerd dat onze onderlinge verbondenheid weerspiegelt – met andere volkeren en met elkaar, met degenen die voor ons leefden en degenen die hier zullen zijn nadat wij verdwenen zijn.
Konstance is een meisje van veertien, leeft in de toekomst. Haar vloer ligt bezaaid met stukjes papier, sommige met tekst, andere alleen één woord. Op één van de briefjes staat het Oudgriekse alfabet. Sybil verzoekt haar om te eten, maar Konstance heeft geen trek. Als Sybil later meldt dat het bijna Geenlicht is, reageert ze niet. Ze schrijft met haar zelfgemaakte inkt weer een puzzelstukje. Konstance zit hier al een jaar.
Zeno is tachtig jaar oud en gaat met de kinderen naar Stadsbibliotheek van Lakeport. Onder de goudgeschilderde tekst op de tweede verdieping, die Zeno in het Grieks heeft geschreven, lopen de vijfdeklassers de kinderboekenafdeling in, die voor nu is omgebouwd in zoals Rachel zei: “Wolkenkoekoeksstad”. Vandaag hebben ze de generale repetitie. Het stuk gaat over Aethon, die eerst tachtig jaar mens was, toen een jaar ezel, een jaar zeebaars en het derde jaar in een kraai veranderde.
Seymour is een jongen van zeventien jaar oud. Slaapt op dit moment in een auto, waarop vijftien centimeter sneeuw ligt. Hij heeft zolang geslapen, dat hij geen gevoel meer heeft in zijn tenen. In zijn rugzak zat een ontsteker met meer dan een pond aan springstof. Hij hoefde alleen de bibliotheek in te lopen, de rugzak te verstoppen en naar buiten te lopen.
Anna is een weeskind van zeven jaar oud en de jongste borduurster in het atelier. Ze woont samen met haar zus Maria in een hele kleine cel op de vierde heuvel van de stad in Constantinopel. Terwijl haar zus borduurt, haalt Anna garen, linnen, water, het middagmaal en olie op voor de handwerken. Als ze erop uitgestuurd wordt voor kappertjes, zoekt ze niet dichtbij maar rent ze naar de stadsmuur en klimt een verlaten schutterstoren in. Op de zuidelijke muur staat een fresco. Die roert haar, de stijl is ook zo anders dan het borduurwerk. Ze zal te weinig kappertjes hebben, ze zal te laat komen, haar zus zal ongerust zijn, maar de muurschildering trekt en beweegt voor haar ogen.
Omeir wordt driehonderd kilometer ten noordwesten van Constantinopel in een houthakkersdorpje met een hazenlip geboren. Omeir was een duivelskind. Met een offerring zouden de goden goed stemmen, maar ze konden geen voedsel of dieren missen. Zijn grootvader wilde hem in de sneeuw achterlaten, maar kon het niet. Het hele gezin verlaat het huis wat grootvader gebouwd heeft en ze slaan vijftien kilometer van het dorp onder een rots kalksteen kamp op. Omeir’s naam had de betekenis, “Hij die lang leeft”.
Vijf mensen in verschillende jaargetijden, waarin de één het schrift leert en de ander het bestudeert en probeert het te vertalen. Vijf mensen met ieder zijn problemen, maar allemaal een verbintenis met het verhaal van Antonius Diogenes. Een verbintenis die verder dan het verhaal op zich nog zoveel meer elkaar raakt…
“Wolkenstad” is de betoverde roman van Anthony Doerr, die echt zo bijzonder is. Het unieke verhaal, wat is opgebouwd uit de fundamenten van vele andere boeken, wordt verteld door vijf personages die ook nog eens in verschillende jaargetijden leven. Tussen de verhalen van het vijftal staan de vertaalde stukken van Zeno Nisis over Aethon. Die over het eeuwenoude Griekse sprookje “Wolkenkoekoeksstad” van Antonius Diogenes gaan, wat bestemd was voor zijn zieke nichtje. En juist dat verhaal verbindt dit bijzondere vijftal. Mijn voorkeur ging gelijk al bij het begin uit naar Konstance. Maar Anthony laat je met zijn bijzondere schrijfstijl niet alleen reizen door de eeuwen, hij raakt je ook echt bij zijn stukken die emotioneel geladen zijn en zo wekt hij ook je nieuwsgierigheid naar de andere. Allemaal hebben ze ook zo’n mooie wilskracht in het leven, waar juist het schakelen tussen de eeuwen in levenswijze, het nog zoveel mooier maakt. Zo ervaart je niet alleen hoe de mensheid zich heeft ontwikkeld, maar ook hoe een tijdsverschil een totaal andere kijk geeft op een verhaal. Anthony heeft echt een meesterlijk verhaal geschreven, een verhaal dat niet alleen verschilt in jaargetijden, maar ook in levenservaringen en dat in combinatie met een schitterend eeuwenoud sprookje over Aethon, wat het echt bijzonder uniek maakt.
Uitgeverij: The House of Books
ISBN: 9789044362251
Aantal pagina’s: 640
Prijs: € 24,99